Klaas Keizer was naast scheepsjager ook paardenhandelaar en paardenslager. Over dit laatste beroep wil ik u iets vertellen. Vóór de totstandkoming van de vleeskeuringswet (omstreeks 1920) mocht iedereen een rund, paard, varken, schaap of geit slachten en verkopen, het zogenaamde “uitponden”.
Klaas slachtte meestal paarden. Dit gebeurde bij hem thuis op de deel. Klaas was getrouwd met Niezina Maria Kuiper. Het is jammer dat twee mooie voornamen verbasterd werden tot de naam: Siene, want zij ging door het leven als “Siene van de Keizer”. Ik heb haar veel dingen gevraagd over vroeger. Op mijn vraag of de paarden voor de slacht vroeger werden gedood met een pistool of op een andere manier werden bedwelmd, was haar antwoord: “Welnee jong, wi’j bunden ut peerd un haandoek veur de oog’n en dan leid’n ik um de dele op. Doar stund Klaas dan op un stoel (als de peerden gebliendoekt waar’n beurden ze de kop nogal wat hoge op, doorum stund Klaas op de stoel en dan sleug hi’j um met een biele veur de kop.”
Bakker Piet Hagedoorn met zijn venterswagen (1932) voor het huis van de familie Keizer.
Dit lijkt erg wreed, maar het was verreweg de beste methode. Tegenwoordig is het verplicht om door middel van een ijzeren pen de grote hersenen te “beledigen”. De ijzeren knop aan de achterkant van de bijl had echter een zelfde effect. Berend Katerberg, de bakker van Oud Avereest, had een best paard maar door veel en goed voer was het te vet en daardoor stijf geworden. Klaas Keizer kocht dit paard en al gauw werd er in Balkbrug verteld: “Keizer giet ut peerd van Katerberg slachten.” Nu was het vroeger zo dat je, voor je ging slachten, eerst het vlees verkocht moest hebben. Er was namelijk geen koeling. Het was voor de familie Keizer niet moeilijk om het vlees te verkopen, want iedereen wilde wel een stuk vlees van dat beste paard hebben. Maar al snel bleek dat er meer vlees verkocht was dan het paard ooit kon wegen. Daar werd het volgende op gevonden. Jan van Piet had nog een oud paard op stal staan, ook stijf, niet van weelde maar van ouderdom. Er werd besloten de twee paarden tegelijk te slachten, zodat er genoeg vlees was voor iedereen. Niemand zou kunnen klagen, want ze kregen allemaal vlees van het beste paard. Een wonderbaarlijke “vleesvermenigvuldiging”van het beste paard van Katerberg.
Jan Nijensikkens