Een gerichte aanleiding om nadere aandacht te besteden aan de Katinger molen, zoals die heeft gestaan in de direkte omgeving van de brug over de Reest in de ‘oude’ weg tussen Balkbrug en Zuidwolde, is een pentekening, die wijlen Jacob Drent er van maakte.
De molen heeft op minder dan honderd meter van de brug over de Reest gestaan in het bosje tegen de Reest aan, aan de westkant van de zandweg, die daar toen liep. De plaats moet nu nog te vinden zijn, doordat de stenen (veldkeien), die voor de fundering werden gebruikt, er nu nog in een kring aanwezig zijn. Volgens Drent, die in het boek “Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Avereest”, waaraan de informafie voor dit artikeltje is ontleend, moet het muldershuis aan de andere kant van de (zand)weg hebben gestaan. Meer dan die wetenschap heeft Drent ook niet kunnen achterhalen. Hoe lang de molen er al stond, voordat moedwillige brand het geheel vernielde, wordt ook niet genoemd.
De molen, die bijna een eeuw later er voor in de plaats kwam, werd door de familie Ten Kate niet weer op dezelfde plaats gebouwd, maar meer zuidelijk van Den Kaat, waar nu de familie Westerbaan woont. Het heeft heel wat moeite gekost om tot een nieuwe molen te komen, maar dat is toch gelukt. De door de Munsterse troepen vernielde molen was een zogenaamde standerdmolen. Het voetstuk rustte op een achttal veldkeien, in een kring gelegd. De nieuwe molen werd een achtkantig exemplaar, van een meer gangbaar type, echter zonder stelling en niet zo hoog, een zogenaamde grondzeiler. Er werd ook een woning voor de molenaar bij gebouwd. Hoe een en ander er heeft uitgezien is weergegeven op de tekening, die Drent ook maakte. Die molen heeft op de nieuwe plaats tot ongeveer 1925 gestaan, waarna afbraak volgde. De bijbehorende woning bleef wel gehandhaafd.
Waarom het zo lang heeft geduurd (meer dan zeventig jaar) voordat er pogingen werden ondernomen tot herbouw, blijft in het ongewisse. In het hoekje ‘Het erve en goed ten Kate’, van dokter W.ten Kate uit Kampen, worden brieven weer gegeven, die in 1743 door de broers Roeloff en Hilbert Willems aan Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn gestuurd, met een ondersteunende brief van ingezetenen van de toenmalige ‘boerschap’, alsmede het antwoord van 13 april 1743 uit Zwolle. De brieven treft men ook in het boek van Drent. Het eerste schrijven luidt als volgt:
Wij ondergeschreven ingesetenen van de Boerschap A vereest attesteren en getuigen mits desen voor de waarheijt dat ons seer wel kenlijk is, dat van oudsheer op de Avereest op een plaats den Kate genaamt, gestaan heeft en geweest is een windkornmole, dog dat deselve in de sogenaamde Bisschopstijd is weggeraakt en door het vuur verteert. Dat daarvan destijds de laatste Eijgenaren sijn geweest twee Gebroederen genaamt Roelolf Willems en Hilbert Willems, waarvan nu nog twee kleinsonen, deselve naam voerende op den Kaat voorn. woonagtig sijn. Gevende voor reden van wetenschap in het bijsonder ik Levert ten Huisen, dat mij nog seer wel heugent is, dat geseide meule daar gestaan heeft. En dat ik ook de bijde voorseide Broederen en Eijgenaren der meule nog wel in persoon gekent en tot Avereest altijt gewoont hebbe. En wij verders getuigen, dat wij het menigmaal van onse Ouders en voorouders respective so hebben horen seggen. Dat ook bovendien nu op dese ure nog wel uit verscheidene kentekenen gesien kun worden, dat daar een meule gestaan heeft. In kennis van dit alles hebben wij dese wetentlijk getekent, met aanbiedinge van des nader geeijst en gerequireert wordende, dese ten allen tijde met Eede tot God te sterken. Gedaan tot Avereest den………
Febr. 1743.
w.g. 1. bekenne ick Leefrrt Jans t. Huijsen, die koornmeule wel gekendt bij ten Kate en die eijgenaren wel gekendt. dit is Leefert Jans ten +Huijsen sijn merck.
2. Hilbert Willems ten Kate op Overeest.
3. bekenne ick Willem Hilberts die eijgenaren van die koorenmeule wel gekendt en die meule wel geseen voor het verbranden van het vier.
Willem Hilberts.
4. bekenne ick dat mijn bestevader aar selfi op gemalen heeft.
Albert Alberts van Ovenjst.
5. bekenne ick Klaes Dercks en Grietien Willems wel bekendt dat daer een koornmeule bij den Kate heeft gestaan bij die brugge en die eijgenaars wel gekendt Roeloff Willems en Hilbert Willems ten Kate en Grietien Willems die dogter van die mulder wel bij het malen heeft verkeert. dit is Klaes Derks + selfi getogen merck. dit is Grietien Willems selfs getogen merck+.
6. bekenne ick Peter Luckkas wel gekendt, dat daer een koornmeule bij den Kate heeft geweest en verteerden van het vier.
<handtekening onleesbaar)
Molen “De Star”, die nu in het Katingerveld staat, goed en wel buiten de bebouwing van Balkbrug, is een van de ‘nazaten’ van de Katinger molen. Molen “De Star” werd in 1848 gebouwd door Jan ten Kate. De redenen waren, dat de Katinger molen niet alleen wat afgelegen stond, maar ook te weinig capaciteit bezat om aan de behoeften te kunnen voldoen. De Star was een hoge stellingmolen. Ook deze molen onderging hetzelfde lot als tal van soortgenoten en werd getroffen door de bliksem. Dat gebeurde op 25 maart 1882 en de molen brandde tot de grond af. De molen werd overigens spoedig weer opgebouwd. Een verschil met de door brand vernielde was, dat de inrichting zodanig was, dat men met schuiten onder de molen kon varen, om zo het lossen en laden te vergemakkelijken.
In 1920 is de molen eigendom geworden van de coöperatieve landbouwvereniging ‘Balkbrug’. Er werd toen ook een motor ingebouwd, want het was immers veel economischer om te kunnen malen als het nodig was dan volledig afhankelijk te zijn van de wind. Tenslotte bleef het wel de enige molen in Avereest, die nog een bovenbouw had. Drent oordeelde het een gelukkige gedachte om haar nog lang voor het nageslacht te bewaren. Daarvoor was het overigens wel nodig, dat ze uit het volgebouwde terrein van de coöperatie werd overgeplaatst naar het huidige punt in het Katingerveld. Het werd weer een complete molen, waarin van tijd tot tijd weer koren wordt gemalen en waar in de loop van de jaren al heel wat mensen een kijkje hebben genomen.
Willem Wind