Ga naar de inhoud

Het Reestdal en de kerk

In de laatste informatiegids van onze gemeente wordt ingegaan op de geschiedenis van de gemeente. Er wordt gesuggereerd dat vanuit het Zwartewaterklooster tussen Hasselt en Zwartsluis de bewoners van Avereest werd opgedragen om een kerk te bouwen, als straf voor de verloren slag bij Ane, waar bisschop Otto II om het leven kwam. Ik geloof daar niets van. Het is namelijk bekend dat reeds honderd jaar eerder met de drooglegging van het Reestenland een begin werd gemaakt. Koekange, De Stapel en Bloemberg waren al voorgegaan en zo omstreeks 1130 kwamen de bewoners van het klooster Ruinen zich bemoeien met de Reest in onze omgeving. Men kan nu nog zien hoe een en ander tot stand kwam. De greppels, de sloten, de zandweggetjes, de keien-weggetjes in de Reest, je vindt ze zo terug in het landschap. In 1959, een heel droog jaar, kwamen die weggetjes goed zichtbaar boven water. Ze zijn drie meter breed, in zuiver wit zand gelegd, allemaal mooi met de vlakke kant naar boven, doorsnee 4 tot 5 centimeter, met fraaie bogen, goed in verband gelegd. Aan elke kei zit namelijk een vlakke kant.

Vier, vijf geslachten lang was men dus al bezig geweest met dit werk voordat in 1236 de goe-gemeente gedwongen moest worden om een kerk te stichten(?). De behoefte aan een kerk was toch zeker veel langer aanwezig. Elke zondag vanaf hier naar Ruinen ter kerke gaan was in die tijd minstens een paar uur rijden en vroeger wachtte men bij het dopen van een kind ook niet tot de daar op volgende zondag. Nee, de baby werd ingepakt en pa en een paar getuigen gingen op stap of met de wagen naar Ruinen en misschien kwamen ze ‘s avonds laat nog wel thuis.

Nee, ze waren vast blij dat de nieuwe bisschop na vier, vijf jaar zeuren hen vergunning gaf om zelf een kerk te houwen en dat is wat anders dan gedwongen worden. De afgekomen vergunning sluit namelijk precies aan bij wat ik boven verkondig en nergens wordt gerept van een bevel van de bisschop. Mocht iemand mij het bevel van de bisschop inzake het stichten van de kerk kunnen tonen, dan zal ik dat zeker aanvaarden. Een eeuw later zat men wel onder toezicht van het Zwartewaterklooster. Huurlasten en grondlasten zijn door verschillende erven over gedragen aan het klooster, dat is bekend. Kloosters verhandelden onderling deze rechten van eigendommen en dergelijke. Zo is bekend dat het klooster Ruinen eigendomsrechten en dergelijke bezat in Borne en bij Deventer en dat wisselde nogal eens.

Tot hoever reikte de kerk van Avereest in die tijd? Alle ingezetenen van wat we nu noemen De Stapel, Bloemberg, Fort, Pieperij, Bazuin, Linde, Drogteropslagen, Wildenberg, Nieuwedijk, De Kiefte, Schrapveen en wellicht nog van iets verder! Al deze mensen van “over de Reest” moesten via de reeds genoemde weggetjes door de Reest naar de kerk. Aan de Overijsselse kant van de Reest behoorden de nu bekende buurtschappen Groot Oever, Luttenoever (klein Oever), Den Westerhuis, Den Huizen, Den Kaat, Den Oosterhuis en Mulderij tot de kerk van Avereest. Later kwamen daarbij Balkbrug, de noordkant, en na de ontginning door de eerste Ommerschans-bewoners, de zuidkant, maar die liep tot ver in het Ommer gebied, ongeveer tot aan Witharen en in westelijke richting tot aan de Vinkenbuurt. Van de gebieden van “over de Reest” horen nu nog bij de kerken van Avereest, met inbegrip van Dedemsvaart dus, gedeelten van Bloemberg, Fort, Pieperij, Wildenberg, Rabbinge, Nieuwedijk (Zuidwolde), De Kiefte, Schrapveen, Drogteropslagen en mogelijk nog enkele plaatsen. De buurtschap De Stapel viel in 1982/1983 af en kwam onder de kerk van IJhorst. Voor de scholen kon men ongeveer dezelfde grenzen aanhouden, maar nu vallen alleen de buurtschappen Wildenberg, Rabbinge en Nieuwedijk (Zuidwolde) nog onder de school Oud Avereest. De verbondenheid met “over de Reest” blijkt ook uit het “partner zoeken”. Namen als Steenbergen, Zantinge, Mulder, Veeningen, Oosting, Roze, Stapel, Dekker, Schoonvelde, Ten Oever, Rabbering, Rabbinge, Linde, Weertjes en zo zijn er nog meer, vindt men bij veel families in hun achtergronden terug, maar ze komen van oorsprong van “over de Reest”. Voorlopig laat ik het hierbij en ik hoop dat u begrijpt waar de naam Avereest vandaan komt.

G.W.Prins, Balkbrug

Naschrift

Het “bevel” van de bisschop dat de toenmalige inwoners van (Oud-)Avereest een kerk moesten stichten is niet op tafel te leggen. Ook is er tot nu toe geen enkel bewijsstuk gevonden dat vanuit het klooster Ruinen opdracht of vergunning is gegeven tot het stichten van een kerk in Oud-Avereest. Wel “hard” te maken is dat één van de eerste aktiviteiten naar buiten van het nonnenklooster “Marienberg” (tussen Hasselt en Zwartsluis), met 25 prebenden (bewoners), was het stichten van kerken in de buurtschappen IJhorst, Rouveen en Avereest. De ligger van het Zwartewaterklooster vermeldt wat Avereest betreft: 

“van de kerke van Overreest: Item nog 1 breefbeseghelt van bisschop Otten anno MCCXXXVI (1236) in wilkoir ghegunt den luden de Restura to tymmeren 1 kerke, in wilkoir sie sullen ontvangen die sacramenta der Hilliger Kerken ende is getymmerd op onses cloesters Grunt. Item elck hues sal gheven den priester daerop wonende alle jaer 1 mudde rogge ende 1 scepel gerste; voor die dooden de priester 1111 provenen ende den koster een provenen. Item die buren zullen bestellen: kelcke, boken, klocken, licht ende al dat hoert totten dienst Godes. Jus patronatus Jpsus ecclesie manebit conventui et abbas vel prepositus in dictu conventu providebet ecclesie pastoren”. 

(Het recht van benoeming van de pastoor van de kerk zal aan het convent blijven en de abt of zijn plaatsvervanger in genoemd convent zal in het pastoraat van genoemde kerk voorzien.) Zie pagina 17 van “Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Avereest”. Tijdens onze gezamenlijke naspeuringen in de archieven in Assen, Zwolle en Utrecht hebben we geen andere feiten onder ogen gekregen.

W. Wind

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest