Het naar mijn mening fraaiste huis, gelegen aan de Julianastraat in Dedemsvaart is ongetwijfeld het herenhuis, plaatselijk bekend als Julianastraat nummers 40 en 42. Van dit monumentale pand zijn in de loop der jaren door diverse uitgevers veel ansichtkaarten vervaardigd, onder anderen door Uitgeverij Larivière en Voorhoeve te Zwolle, welke ansichtkaarten in Dedemsvaart werden verkocht door schoenhandel J. Koning en de boekhandelaren Barend Rooseboom, (de grootvader van de huidige Barend Rooseboom), G.J. Gelderman en J.J.(Ko) Tromp. Het herenhuis, waar dit artikeltje over gaat, is gebouwd omstreeks het jaar 1862 en was destijds plaatselijk bekend als Wijk F, nummer 18. In vroeger jaren was de gemeente Avereest plaatselijk ingedeeld in de wijken A (Sluis 7) tot wijk K (Oud-Avereest). Deze wijkindeling is van gemeentewege in 1947 gewijzigd.
Links op de foto het pand Julianastraat 40-42. (Vóór 1925).
De eerste eigenaar van het betrokken pand was een zekere H.F. Deel, kandidaat-notaris en tevens burgemeester van de gemeente Avereest. Omstreeks het jaar 1867 behoorde het meergemelde pand in eigendom toe aan Mr. Zacharias Tijl, destijds procureur en secretaris van de stad Hasselt. Vervolgens en wel in 1870 kwam het pand in eigendom van Mr. Johannes Hendricus Egbertus Meesters, destijds notaris te Avereest. Notaris Meesters werd benoemd tot notaris te Avereest als opvolger van Mr. Coenraad Willem Baron van Dedem van de Rollecate, die naast het Avereester notariaat ook het notarisambt in de gemeente Nieuwleusen uitoefende. Notaris Meesters werd geboren te Steenwijk op 20 februari 1835 en huwde op 22 mei 1867 in de gemeente Avereest met Anna Willemina Plomp, geboren te Avereest, op 4 maart 1849. Anna Willemina Plomp was een telg uit de bekende Dedemsvaartse vervenersfamilie Plomp. In het naar achteren gebouwde gedeelte aan de noordzijde van gemeld herenhuis, was het kantoor van de notaris gevestigd. In dit kantoor met bovenwoning hebben in de loop der jaren diverse personen gewoond. Korte tijd na de Duitse inval in ons land op 10 mei 1940, werd de bovenwoning door de Duitse bezetters gevorderd als woonruimte voor een klein aantal oudere Luftwaffesoldaten, onder aanvoering van hun commandant Platzner, die op het dak van de Tuinstraatschool een zogenaamde “Luftmeldungsstelle” hadden ingericht. Op 4 november 1940 vorderen de Duitsers het herenhuis “Huize Paraat”, aan de Moerheimstraat nummer 1 te Dedemsvaart, eigendom van de heer A.J. Kappers. Op 21 november 1940 verlieten de Duitsers hun onderkomen aan de Julianastraat en namen hun intrek in “Huize Paraat” tot 26 november 1944. Op die dag werd “Huize Paraat” door bommen getroffen en was dit huis niet meer voor bewoning geschikt. Maar laat ik niet al te zeer afdwalen en niet te veel in details treden! Ook is in het kantoorgedeelte van het herenhuis aan de Julianastraat een vestiging geweest van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, welke bankinstelling in latere jaren is gefuseerd met de Twentsche Bank N.V. tot de huidige Algemene Bank Nederland N.V. (ABN. Bank). De tijdschriftenhandel “Vrito”, (afkorting van de namen Vrieling en Van Tolie) heeft ook enige tijd zaken gedreven in gemeld kantoor. Bij het betrokken herenhuis aan de Julianastraat was een fraaie tuin, welke tuin in westelijke richting doorliep tot aan de toen zo geheten Marktwijk. De Marktwijk liep vroeger van de Langewijk, op de plaats, waar nu de Huishoudschool (in 1999 Vechtdal-College) staat, in zuidelijke richting tot aan de Markt. De oudste zoon van het echtpaar Meesters-Plomp, te weten Jan Meesters, was lichamelijk gehandicapt en heeft elders het typografenvak geleerd. Toen Jan Meesters voldoende vakbekwaam was in zijn branche, heeft zijn vader voor hem een houten gebouwtje laten zetten in de zuid-oostelijke hoek van de grote tuin, die bij het herenhuis hoorde. In dat gebouwtje begon Jan Meesters een drukkerij. Op de tuingrond, gelegen tussen het hiervoor nader omschreven herenhuis en het houten drukkerijgebouwtje, werd in latere jaren het woonhuis van de familie Spithorst gesticht.
Helemaal rechts op de foto het pand Julianastraat 40-42.
Thans wijlen Roelof Spithorst is, zo lang Jan Meesters leefde, diens bedrijfsleider geweest en heeft het drukkerijbedrijf na het overlijden van Jan Meesters voortgezet. In de vergadering van de raad van de gemeente Avereest van 24 november 1908 onder voorzitterschap van burgemeester Mr. Meichior Wijt (ambtsperiode van 19 april 1902 tot 22 januari 1910) kwam onder meer in behandeling de naamgeving voor de nieuwe straat op het terrein Meesters aan de Kalkwijk. In deze vergadering van de Avereester vroede vaderen werd voorgesteld deze straat “Meestersstraat” te noemen. Het raadslid Weide stelde echter voor de nieuwe straat te dopen in “Van Dedemstraat”, doch ook dit voorstel kon geen genade vinden in de ogen van zijn mederaadsleden. De heer Ruys stelde vervolgens voor als naam “Tuinstraat”, als herinnering aan de fraaie tuin, waarvoor de nieuwe straat in de plaats komt. Omdat men echter van mening was, dat men door het geven van een familienaam aan deze straat, mogelijk een andere familie zou kunnen kwetsen, werd het voorstel van de heer Ruys de straat de naam “Tuinstraat” te geven, zonder enige verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Tevens werd in gemelde raadsvergadering van 24 november 1908 besloten de straat met 4 of 5 lantaarns te doen verlichten (petroleumverlichting). Volgens de mij ter beschikking staande gegevens verscheen er in 1896 een nieuwe eigenaar ten tonele, namelijk de koopman W.H. Kirbergen uit Apeldoorn. In 1911 werden drie Dedemsvaartse dames eigenares van het betrokken herenhuis. Het waren Geesje-, Geertje- en Annie Jonker, zusters van de bekende Dedemsvaartse banketbakker Lucas Jonker. Geesje- en Annie Jonker waren modiste van beroep en exploiteerden in het pand een hoedenzaak, terwijl Geertje Jonker de huishouding deed. Het was voor die tijd een vrij grote en druk beklante zaak. In de diverse kamers van het pand die als ateliers waren ingericht, werkten naast genoemde dames Jonker, ook nog eens 12 medewerksters aan het vervaardigen van hoeden. Mijn informante vertelde mij, dat er boven en behalve de zogenaamde daagse en zondagse hoeden ook hoeden werden gemaakt, welke werden gedragen bij de zo geheten lichte en zware rouw, alsmede bruidshoeden. In het jaar 1920 verkochten de gezusters Jonker het gehele pand aan de familie Minke-Nieuwenhuis.
In 1925 vond er een verbouwing plaats in het betrokken pand. Johannes Antonius Minke was destijds vervener en voerde het agentschap van de Nederlandsche Bank N.V. De volgende eigenaar was diens zoon F.A.M. Minke, die het pand in 1958 heeft laten renoveren en er tot 1975 in heeft gewoond.
Peter Makaske