Ga naar de inhoud

Bruggen over het Ommerkanaal.

Hoofdwijk door Arriën

Om bij de hoogveenverveningen het veen te ontwateren werden kanalen, turfwijken en greppels aangelegd volgens een bepaald systeem. De turfwijken werden zo aangelegd dat de veenslagen per gebied steeds een vaste afstand hadden en gescheiden waren door die turfwijken. Het Ommerkanaal met de westelijke zijwijken was bijvoorbeeld zo’n gebied met veenslagen gescheiden door turfwijken. Na de vervening werden de ontveende gronden voor de landbouw gebruikt en ook toen bleek het wijkensysteem gunstig voor de aanwonende landbouwers. De landerijen van de agrarische bedrijven hebben dezelfde slagen indeling als voordien de verveningen hadden gehad. De landbouw maakte ook gebruik van de reeds bestaande wijken. Opvallend is dat nu anno 1999 de rechte langwerpige slagen- indeling van het land nog altijd duidelijk herkenbaar is. De indeling in hoofdwijk en zijwijken was bij het Ommerkanaal opvallend en duidelijk aanwezig.De meeste boerderijen aan het Ommerkanaal zijn op de kop van het slag land gelegen, en wel aan de westzijde van de voormalige hoofdwijk in Arriën, het latere Ommerkanaal, en dat terwijl de weg aan de oostzijde van het Ommerkanaal liep. Aanvankelijk was het alleen maar een zandweg, zelfs tot in het midden van deze eeuw was het niet meer dan een verharde zandweg. Aan de oostelijke zijde van het Ommerkanaal waren geen zijwijken en er was dus ook geen in slagen ingedeeld land. Vroeger toen veel transport over water verliep was dit bovengenoemde wijkensysteem geen probleem en bood het zelfs voordelen bij het vervoer van en naar de agrarische bedrijven. Ook voor de ontwatering van de landbouwgronden waren de wijken van nut. Maar allengs deed zich bij de boerenbedrijven toch de wens voor om een oeververbinding met de weg aan de andere kant van het Ommerkanaal te krijgen. De eerste verbindingen met de weg aan de overzijde van het kanaal werden natuurlijk met bootjes en bokschuiten uitgevoerd. In de 19e eeuw werden de eerste bruggen en vonders aangelegd over het Ommerkanaal. Daar het voormalige veengebied bij het Ommerkanaal een van de oudste turfvelden in de veenkolonie Dedemsvaart was, waren als gevolg daarvan de slagen tussen de wijken tamelijk smal. De boerenbehuizingen aan de westzijde stonden daardoor wel tamelijk dicht bij elkaar, maar wel steeds gescheiden door de wijken.

Bruggen en vonders in 1903
Er werden bruggen en vonders over het Ommerkanaal aangelegd en als gevolg van de smalle slagen lag een aantal van deze oeververbindingen soms dicht bij elkaar. Als 2 of meer boerderijen gebruik van een brug wilden maken, dan moest dus over de zijwijk tussen de boerderijen weer een brug, vonder of dam worden aangebracht. Texeira de Mattos heeft in 1903 in zijn boek “De Dedemsvaart” in de gemeente Avereest zes bruggen en vonders als oeververbindingen over Ommerkanaal geteld, tegen twee bruggen in de gemeente Ommen tot aan de grens van de bebouwde kom van Ommen. In het binnen de gemeente Avereest liggende deel van het Ommerkanaal waren er in 1903 vijf vonders en een brug. De vonders waren draaivonders en vertoonden aldus de schrijver weinig bijzonderheden. Ze lagen op de volgende afstanden: 1e vonder lag over de uitmonding van het Ommerkanaal; 2e vonder lag na 780 m; 3e vonder na 1350 m vanaf de uitmonding; 4e vonder op 1450 m en het 5e vonder lag na 2040 m. De doorvaartwijdte was 4,25 m tot 4,65 m. Op ruim 2 km (2120 m) vanaf de Hoofdvaart lag een draaibrug, de zogenoemde Brandsbrug, die evenals de Brands-Hoeve naar de aldaar wonende fam. Brands was genoemd. De concessie voor deze brug was in het verleden verleend aan de Maatschappij van Grondcrediet en J.Meesters c.s. te Avereest. Via deze brug kwam men bij het Vierde Blok, maar ook kon men zo bij de Maatschappijwijk komen die naar bovengenoemde Maatschappij genoemd is. De daarop volgende brug over het Ommerkanaal is de draaibrug nr. 1 die eigendom van de provincie was, de brug werd later ook wel de Haarmeijersbrug genoemd. Deze brug was in het Arriërveld gelegen, in de gemeente Ommen, op 4,3 km vanaf de Hoofdvaart, iets ten zuiden van de z.g. Schapendijk. Het was een ijzeren draaibrug, maar voor 1881 was deze brug van hout. De doorvaart wijdte was 5,65 m. De brug maakte deel uit van de verlenging van de Hoofdwijk door Arriën naar Ommen in 1865 en die het Ommerkanaal tot gevolg had. Aanvankelijk was de verlenging naar Ommen alleen maar als zompenvaart aangelegd, pas later werd de vaarweg verbreed tot een voor die tijd volwaardig kanaal van de Dedemsvaart naar de haven van Ommen. De brugwachterswoning bij de brug in het Arriërveld werd gelijk met de brug gebouwd in 1866.

Oost – west
Nog iets opvallend bij het Ommerkanaal is de ligging van de boerderijen. Doordat de landerijen in oost-westelijke richting liggen zijn de boerderijen aan de oostelijke kop van het land gebouwd, aan het kanaal. Ook de boerderijen liggen oost-west. Deze situering zien we in de veenkolonie Dedemsvaart maar op een paar plaatsen nl. aan het Zwarte Pad (Stegerensallee) en aan het Ommerkanaal. Aan bijna alle andere wijken en aan de vaart zijn de boerderijen en het land noord-zuid gericht, bijv. Hoofdvaart, Rheezerend, Tottenhamstraat en Moerheimstraat, maar ook aan de Oostwijk, Zestiendewijk, Elfdewijk en Langewijk. In het binnenkort te verschijnen turfwijkenboek zal daar ook nog op ingegaan worden.

Waterweg
Als transportwegen waren de voormalige turfwijken en dus ook het Ommerkanaal voor de aan de wijken wonende landbouwers zeer geschikt bij het vervoer van hun landbouwproducten. Destijds bijvoorbeeld werd de melk in melkbussen met bokschuiten bij de melkfabrieken aangeleverd; de route langs het Ommerkanaal werd jarenlang uitgevoerd door de heer K.Roozendal, die zijn vader de heer W.Roozendal was opgevolgd. Verder werd in die tijd ook gebruik gemaakt van het Ommerkanaal als waterweg ten behoeve van het vervoer voor andere doelen; o.a. naar de veemarkt, de botermarkt en de eiermarkt. Leveranciers maakten op hun beurt ook gebruik van het Ommerkanaal bij het transport. Van de bakker-kruidenier Hendrik Krikke (grootvader van de schrijver) die tegenover het Ommerkanaal aan de Hoofdvaart zijn bakkerij en kruidenierszaak had, is bekend dat hij bij het uitventen naar zijn klanten aan het Ommerkanaal gebruik maakte van een punter (zie G.H.Varwijk, De Dedemsvaart in de 20e eeuw, blz. 123). Het Ommerkanaal had overigens ook een functie bij het regelen van het waterpeil van het kanaal de Dedemsvaart, soms was er een sterke stroming van het kanaal naar de rivier de Vecht. Eigenlijk was er altijd wel iets stroming vanuit de Dedemsvaart naar het Ommerkanaal. Schippers in de Hoofdvaart dienden er in ieder geval wel rekening mee te houden, zo niet dan kon het gebeuren dat de voor- of achtersteven van het schip met de stroming mee het Ommerkanaal in draaide als ze aldaar voor de over de Hoofdvaart gelegen brug moesten wachten of vaart minderen.

De bruggen over het Ommerkanaal
Voor de aanleg van het nieuwe Ommerkanaal was het noordelijke deel van het oorspronkelijke Ommerkanaal in de gemeente Avereest nog niet gedempt, en juist dat gedeelte van het Ommerkanaal telde op zeker moment acht bruggen over een lengte van ruim 2 km.

Brug over de uitmonding van het Ommerkanaal. Links de boerderij van G. Meesters en de smederij van H. van Keulen (midden). Rechts houthandel en aannemenrsbedrijf De Vries, later de fa. Buitenhuis.


1e Brug over de uitmonding van het Ommerkanaal. De brug werd bediend door mevrouw Eggen. Aan de westzijde van de uitmonding woonde de fam. Brinkman, aan de oostzijde de fam. Reyne. Aanvankelijk lag er vroeger een vonder, daarna een smal houten bruggetje en tenslotte is de draaibrug van de Hoofdvaart op deze plaats terecht gekomen. Die brug was nl. in 1953 aldaar overbodig geworden door de bouw van een nieuwe ophaalbrug.


2e Brug
 bij fam.Egbert Timmerman, de brug kon ook gebruikt worden door de fam.A.Klein. Deze brug was niet zo breed. Tegenover de brug aan de oostzijde van het Ommerkanaal, waar de weg lag, woonde de fam.G. Dijk.

De brug over het Ommerkanaal bij de fam. E. Timmerman (links) en de fam. G. Dijk.


3e Brug bij Meesters. Ook deze brug was vrij smal. De familie J.Seinen kon tevens gebruik van deze brug maken, maar moest vervolgens nog over een smal vonder over een dwarswijk naar hun woning, iets noordelijker aan het Ommerkanaal gelegen.


4e Brug bij J.W. Nijhuis. Dit was een vrij smalle brug die gezamelijk gebruikt werd door de families Nijhuis en Schreurs (voorheen de fam. Van Setten). Rechts kon men via een vonder over een zijwijk van het Ommerkanaal bij de fam. Schreur komen. De fam. Van Setten heeft in het verleden ook een bootje gehad om over te varen toen ze verderop te ver van een brug woonden.


5e Brug bij Jan Dunnink, dit was een redelijk brede brug.


6e Brug bij Gerrit Nijhuis. Eigenlijk werd deze brug gezamenlijk gebruikt door de fam.G.Nijhuis die links en de fam. Netel die rechts van deze brug woonden.

Ommerkanaal met de aansluiting van de weg naar de Oostwijk. Verop ligt de brug bij de fam. G. Nijhuis.


7e Brug bij Hendrik Kooiker. Deze weer wat bredere brug was wat zuidelijker gelegen dan de aansluiting van de Oostwijk met het Ommerkanaal. De brug werd ook gebruikt door de fam.Spijker die links en de fam.Groen die rechts van de brug woonden.


8e Brug de Brandsbrug was gelegen bij de Brands-Hoeve. Dit was de meest zuidelijke brug over het Ommerkanaal in de gemeente Avereest. Een brede brug voldoende geschikt voor gebruik van voertuigen, aangespannen boerenwagens en zelfs voor auto’s. Over de brug rechtsaf naast de Brands-hoeve woonden de fam.Smit en de fam.Pouls. Direkt linksaf had men aan de westzijde van het Ommerkanaal een zandweggetje. Bij de woning van Vrieling lag een vonder over de zijwijk naar de Maatschappijwijk, daarna woonden o.a. Smal, Burema (nu boerderij van de fam. Fix), verder woonden er aan die zijde van het Ommerkanaal destijds ook nog Schepers, G.van Engen en M.van Engen, en verderop lag bij de fam. Veerbeek sr. nog een vonder over een zijwijk van het Ommerkanaal. De laatste boerderij in de gemeente Avereest aan deze zijde was die van de fam. J.Veerbeek.

Tenslotte
Van oude- en historische bruggen over de vaart en de wijken in de gemeente Avereest kan men gemakkelijk constateren dat ze een schaars goed geworden zijn. Met het verdwijnen van de functie en het nut van de bruggen over het Ommerkanaal door het dempen daarvan, zijn de bruggen verdwenen. Hoewel die bruggen vaak maar eenvoudige oeververbindingen waren, waren zij op eigen manier toch een vorm van historisch erfgoed.

Henk Jan Krikke

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest