De gevraagde sloopvergunning voor de intussen 107 jaar oude ijzeren draaibrug over de Dedemsvaart tegenover de ingang naar de tennisbanen, wordt niet verleend. Burgemeester en wethouders van Avereest waren daartoe wel gerechtigd, oordeelde de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften, nadat onder andere door de Historische Vereniging Avereest bezwaar was aangetekend tegen het voornemen van het college. De HVA had bovendien wat te bieden: er waren sponsors tot een bedrag van f 32.000,– gevonden. Dat was overigens een bij lange na niet toereikend bedrag, want midden februari 1998 is uit een voorstel tot behoud en restauratie gebleken, dat er alles bij elkaar een ton nodig is. De Avereester raad vond, dat er nader overleg met de HVA moest komen en dat er bekeken moest worden of er in plaats van sloop restauratiekansen waren. Het overleg is succesvol geweest, want er volgde een discussienota, die op 5 februari aan de raadscommissie algemene zaken, financiën en sport werd voorgelegd. De meerderheid van die commissie oordeelde dat het discussiestuk wel meteen in een voorstel kon worden omgezet, met de aansluitende mededeling dat een voorstel tot behoud en restauratie de instemming zou krijgen.
In de discussienota schreef het college dat de brug nauwelijks functie heeft voor het (langzame) verkeer sinds de aanleg van de verharde weg aan de zuidzijde van het kanaal.
Handhaving (en herstel) van de brug heeft dan ook voornamelijk een cultuurhistorische achtergrond; een herinnering aan de voormalige infrastructuur rond het kanaal de Dedemsvaart. Zoals reeds getiteld: de HVA kon van meerdere sponsors op in totaal f 32.000,- voor herstel rekenen. De provincie Overijssel kent een regeling ”Projectsubsidies Monumenten”, gelet op de relatie van deze brug met de provinciale monumentenlijst en op de doelstellingen en voorwaarden van deze regeling, ligt een provinciale subsidie van maximaal 25 % (ongeveer f 20.000.-) in de rede. Andere subsidies, bijvoorbeeld uit particuliere fondsen liggen niet voor de hand in verband met de publieke rechtsvorm van de eigenaar (de gemeente). Er was becijferd dat het slopen van de brug de gemeente ongeveer f 17.000,- zou kosten. Rekening houdend met de bijdragen via de HVA en het provinciaal subsidie is er voor het herstel derhalve nog f 48.000,-nodig. De raad heeft dat bedrag intussen beschikbaar gesteld. Het komt uit de algemene reserve.
De in verval geraakte draaibrug, die niet zal worden gesloopt, maar die te zijner tijd zal worden gerestaureerd.
Tijdens de commissievergadering bepleitte tweede voorzitter P.W. van Buuren als inspreker de tweede brug meteen ”mee te nemen”, omdat dat mogelijk goedkoper zou zijn. Commissievoorzitter A.J. Pijlman wilde echter van die koppeling niet horen. Van Buuren doelde op de brug bij het VEONN-busstation aan de Hoofdvaart. Die brug is namelijk enkele jaren geleden in het kader van het Monumenten Selectie Project (gericht op uitbreiding van de Rijksmonumentenlijst met ”jongere” monumenten) opgenomen. Deze procedure loopt momenteel nog. Komt ter zijner tijd die brug op de Rijksmonumentenlijst, dan staat de weg open naar rijks- en andere subsidies. De brug bij de tennisbanen staat niet op de Rijksmonumentenlijst, hetgeen overigens niets wil zeggen over de mate van monumentwaardigheid. De keuze van de andere brug was vrij willekeurig. De provincie heeft beide bruggen opgenomen op haar lijst ”Monumenten van provinciaal belang”.
Instellingen voor Monumentenzorg en -behoud kenschetsen deze brug niet zo zeer als zeldzaam, maar wel als karakteristiek voor het kanaal de Dedemsvaart en het gelijknamige veenkoloniale dorp.
Waarschijnlijk heeft de brug bij de tennisbanen nooit een naam gehad. In elk geval is er geen naam van bekend. Van Buuren liet beluisteren dat de hoofdsponsor graag zag dat de naam Rozenheimbrug zou worden. Er is echter geen toezegging gedaan. Tegen een bescheiden bordje heeft de HVA echter geen bedenkingen en meerdere commissieleden ook niet. In het voorstel tot herstel van de brug is over een naam(bordje) niet gerept. Ongeveer tien jaar geleden is er ook nogal discussie gevoerd over de nu te herstellen brug. Toen was afbraak akkoord als er een voetgangersbrug voor in de plaats kwam. Die vervanger kwam er niet. Feitelijk behoorde het verbeteren van die oeververbinding toen tot het voorstel tot aanleg van de langzaam-verkeer-route langs de zuidkant van het kanaal, tot aan het industriegebied. Vanwege de kosten vond er toen een afkoppeling plaats en werd alleen de verharding aangebracht en moest de brug wachten tot een betere financiële tijd. Die is er nu, gelukkig!
Willem Wind