Ga naar de inhoud

“Ik verbeeld me, dat ik er langs moet.”

“IK VERBEELD ME, DAT IK ER LANGS MOET”

Interview uit de Dedemsvaartse Courant van donderdag 15 juni 1978, waarnodig bewerkt door Lammert Spijkerman.

Bloemenkoopman Spijkerman al 45 jaar “aan de weg”

“Het wordt me wel wat te zwaar. Ik heb al wel eens vaker gezegd er mee te zullen stoppen, maar dit jaar zal het er toch echt van komen. Overigens de mensen zijn nog erg blij met me. Ik merk dat vooral door het feit, dat ik steeds met een volle kar vertrek en met een lege weer terug kom. Heel vaak voordat de route is afgewerkt.” Aan het woord is de 77-jarige K. Spijkerman, (die ongeveer 45 jaar met bloemen “aan de weg” is geweest.

De kwekerij

De bloemenverkoop begon uit bittere noodzaak. Er moest brood op de plank komen. De heer Spijkerman had in 1933 een kwekerij, die hij in een later stadium aan zijn zoon heeft overgedragen. Die kwekerij was lang niet zo groot als de huidige en lag aan de Valkeniersweg, op de grond van zijn zwager. Nu ligt die kwekerij aan de Steenbergerwijk 2, “op de ouderlijke plaats.”

Het huidige complex is ruim 1,60 hectare. Dat was groter, totdat de gemeente kwam om er een stuk af te halen, onder meer voor een straat over de Steenbergerwijk en sportvelden. Met de straat is de heer Spijkerman echt blij. Officieel had hij namelijk uitweg naar de Oostwijk, een flink eind zuidwaarts, terwijl de kwekerij op een ruime steenworp afstand ten zuiden van het kanaal “De Dedemsvaart” ligt.
Een uitweg langs het kanaal was vroeger niet mogelijk, omdat er over de zeer talrijke wijken slechts bruggetjes lagen. De kwekerij is door de straat veel beter bereikbaar. (Opmerking: De kwekerij bestaat niet meer. Op de grond van de voormalige kwekerij staan nu een aantal huizen). Lange tijd was de hoofdzaak in de kwekerij de vruchtboom- en groenteteelt.
Vooral vruchtbomen, waaraan overigens niet zoveel te verdienen was, werden verkocht. Dat noopte de heer Spijkerman om er wat bij te gaan verdienen. Thans zijn er nog wel wat vruchtbomen in de kwekerij, maar na 1950 is er zeer rigoureus overgeschakeld op de Boskoopse cultuur. (Coniferen en dergelijke). Groente wordt ook niet meer geteeld.

Woning van de fam. Spijkerman aan de Steenbergerwijk no. 2. 

De bloemenverkoop

De eerste tocht met de kar vol bloemen werd gemaakt op de zaterdag voor Pinksteren in 1933. Dat waren toen veldboeketten, die samengesteld werden met bloemen uit de eigen kwekerij. Deze boeketten zijn nu niet meer te verkopen. Ik heb ze ook al lang niet meer. Gedurende de laatste jaren (ongeveer tien jaar) koop ik de bloemen waarmee ik de wijk in ga. Het zijn kasbloemen die, op de vaas twee tot drie weken mooi blijven.
Er werd in het begin vijftien cent per bos voor gevraagd. De opbrengst van de bloemen was in feite pure winst, wat zeer welkom was, want van tien gulden in de week rond komen was toen een hele opgave. Nu (in 1978) kost een boeket voor moederdag f 5,00. Normaal wordt f 4,50.- f 4,75 gevraagd. De prijs blijkt echter een aflopende tendens te vertonen.
In de beginjaren ging de heer Spijkerman alleen op zaterdag met bloemen op pad. De rest van de week met andere kwekerijproducten. De bebouwing was toen nog zodanig, dat het wel in een dag te “beventen” was. Bij de winterdag liet hij verstelk gaan, wat in feite steeds is gebleven. Na de kerstdagen stopt de heer Spijkerman tot begin maart met het venten.

Tijd om te stoppen

“Na zo lange tijd komen de gedachten: Wanneer is het tijd om er mee te stoppen? Ik doe het werk heel graag. Toch zal ik er nu mee ophouden. Wel weet ik dat het me ellendig tegen zal vallen als ik er mee stop”, aldus de heer Spijkerman. Hij vervolgt: “Het was een hobby van me. Ik doe het nu niet meer om de verdiensten. Je hebt er gewoon wat mee om handen en de dagen, dat ik op pad ben, vliegen om.” De heer Spijkerman zegt meerdere keren te hebben geprobeerd een opvolger te krijgen. Het doet hem pijn, dat hem dat hem dat niet is gelukt.  “Het is een onzeker vak. Je weet niet wat je verkoopt en je bent maar zo de de winst kwijt, als je met wat blijft zitten”. In zekere zin mag hij nog van “vaste klanten” spreken, omdat een deel van de mensen gewoon rekent op de komst van Spijkerman in de wijk. Nu is hij normaal nog op vrijdag te vinden in Zuid en op zaterdag in een deel van het centrum. De wijk is qua omvang steeds groter geworden. Bij regen gaat de heer Spijkerman echter pas na de middag met zijn met bloemen beladen karretje, achter de fiets, op pad.

Uit: Dedemsvaartsche Courant/Lammert Spijkerman

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest