Dokter Dirk Hartmans (1860-1933) is vele jaren (vanaf 1887) huisarts in Dedemsvaart geweest. Hij heeft nimmer een 40-urige werkweek gehad en vervanging voor avond- en weekenddiensten was onbekend.
Een dokterspraktijk was een continu-bedrijf. Vooral in de tijd dat de dokters hun patiënten nog grotendeels lopende bezochten. En zondags na de kerkdiensten hield de dokter spreekuur, dan kwamen de mensen tóch in het dorp.
Lang niet elke dokter, een slecht betaald beroep, had een koetsje ter beschikking. In geval van nood werd hij wel eens door een boer met de wagen gehaald. In de veenstreek, zoals langs de Dedemsvaart, met de vele kanalen en wijken en geen verlichting buiten de kom van het dorp, behalve een olielampje bij een brug of een sluis, kon zo’n nachtelijke tocht gevaarlijk zijn.
Dokter Hartmans is zo’n dorpsdokter geweest. We willen enkele herinneringen aan die tijd vastleggen. Sommige artikelen van Albert Piel over Dedemsvaart’s verleden hebben mij hiertoe aangespoord en ook enkele verhalen van mijn moeder, die in 1898 in Dedemsvaart kwam wonen, waar mijn zuster in 1899 is geboren, ”gehaald” door dokter Hartmans.
Dokter Hartmans liep vrijwel altijd, ik heb nog een herinnering aan hem als een stramme man die met rustige tred zijn weg vervolgde. Als hij langs het kanaal liep en door de tram werd ingehaald, had hij geluk. Voor dokter werd altijd gestopt, al was het midden in ’t veld; dokter mocht altijd mee, al was het op de locomotief van de strooiseltram.
Het eerste pand links is omstreeks 1900 gebouwd in opdracht van de huisarts H.Th.J.M.W. Führmann Meijeringh. Na het overlijden van Meijeringh is het enige jaren bewoond geweest door de huisarts Hartmans. In 1907 is het pand geveild en werd in eigendom verkregen door G.H. Bontius, die het kort daarna verkocht aan de Hervormde Kerk.
Ook aan mevrouw Hartmans heb ik nog een herinnering, dat ze, met de armen over elkaar, aan de weg stond uit te kijken naar haar man. Zo moet ze er vele malen hebben gestaan. Mijn moeder heeft mij enkele herinneringen verteld.
Aan een man die van de kant van het Ommerkanaal kwam, vroeg ze: ”Heb je dokter soms ook gezien? Dokter is vannacht niet thuisgekomen”. ”Oh”, zei de man, ”dan zal hij wel op Den Kaat zitten. Mevrouw Ten Kate krijgt een kind”. ”Is ’t al zo ver?” zei ze. Nu was ze gerustgesteld.
Een keer keer vroeg ze iemand of hij soms naar Sluis Zes ging. ”Kijk eens of je dokter ziet en zeg dan dat er een boodschap is gekomen uit De Mulderij. De oude man heeft het zo benauwd, of dokter langs kan komen”. Aan Sluis Zes was het niet moeilijk. Iedereen wist bij wie de dokter was. Dus wandelde dokter Hartmans naar De Mulderij.
Het was een andere tijd, maar het is dan ook een eeuw geleden!
Gerda van Asselt